Hieronder volgen korte concertverslagen van de hoogtepunten – wat mij betreft – na drie dagen Pinkpop.

Vrijdag 16 juni 2023
16.00 uur The Haunted Youth
20.35 uur Editors
22.00 uur P!nk

Zaterdag 17 juni 2023
16.10 uur Ramkot
17.15 uur Hollywood Vampires
18.20 uur The Black Keys
20.45 uur Queens of the Stone Age
22.15 uur Robbie Williams

Zondag 18 juni 2023
22.00 uur Red Hot Chili Peppers

The Haunted Youth (OOR):

The Haunted Youth wordt vaak vergeleken met The War On Drugs; de grote Amerikaanse band die later vandaag op Pinkpop zal spelen. Maar als je goed luistert, hoor je eigenlijk veel meer raakvlakken met een band als The Cure. Een nummer als Into You had zo op Cure-album The Head On The Door (1985) kunnen staan. Een donker thema, galmende gitaren en een prominente baslijn, ingestopt in een bedje van synthesizers: het recept voor het merendeel van het werk van de band.
De onderliggende emoties van de songs zijn echter geen kopie van wie dan ook: de moeilijke jeugdjaren van creatief brein Joachim Liebens zijn verwerkt in rake teksten: ‘I feel like shit and I wanna die / I’ve got too many demons in my mind / I feel like nothing ever goes my way / I think I’m leaving you today.’ Dat laat niets aan de verbeelding over. En daar schuilt nóg een raakvlak met The Cure: net als Robert Smith kan Liebens de grootste ellende vertalen naar teksten en koppelen aan melodieën die samen zorgen voor een bepaald soort melancholie, die al het zwart uiteindelijk een licht randje geeft.
Het grootste verschil met de Britse grootheden – een oneerlijke vergelijking ook – is echter dat het The Haunted Youth nog niet lukt om zijn boodschap te vertalen naar een performance die een vol uur lang beklijft. Althans, vandaag in Landgraaf blijft The Haunted Youth veel te lang in zijn eigen bubbel. De show is introvert; de energie wordt niet uit gestoten over het publiek, maar borrelt en broeit, als een bolbliksem die zoekt naar een plek om te kunnen ontladen.
Die explosie volgt pas laat in de set. Cover Walking On A Dream (Empire Of The Sun) breekt de bubbel open, waarna Coming Home ervoor zorgt dat alle energie op het podium eindelijk de massa in de Tent Stage bereikt. Het is een glimp van de grote mogelijkheden van deze nog jonge band, die pas vier jaar bestaat. Beste Belgische band van dit moment? Laat het Warhaus, Balthazar, Portland en al die anderen niet horen. Maar wat nu niet is, gaat – in het geval van The Haunted Youth – zeker komen.

Setlist:
1. Broken
2. I Feel Like Shit and I Wanna Die
3. House Arrest
4. Into You
5. Teen Rebel
6. Gone
7. Riptide (King Viktor cover)
8. Her
9. Walking on a Dream (Empire of the Sun cover)
10. Coming Home

Editors (3 voor 12):

Zo hey, de echte Editors-fan (en dus ook de doorgewinterde Pinkpop-ganger, dit is de zesde keer dat die band er staat sinds 2006) hoort het meteen: er mag gedanst worden. Vanaf startschot ‘Strange Intimacy’ swingen de heupen van Tom Smith als nooit te voren. Belangrijke spil in die nieuwe sound van de Britse band is die baardige dude rechtsachter Smith. Het is Benjamin John Power (aka de intense elektronicaproducer Blanck Mass aka die ene van Fuck Buttons), en hij hielp in 2018 al mee met het produceren van album Violence, maar zijn versie van de plaat werd aanvankelijk afgekeurd. Het was ze allemaal iets te heftig, te elektronisch. Maar uiteindelijk besloten Tom Smith en de zijnen: hey, dit is toch de weg voorwaarts voor de band, en Power trad zelfs toe tot de band met nieuw album EBM. Officieel betekent het Editors/Blanck Mass, maar niet geheel toevallig ook de afkorting van ‘electronic body music’, opzwepende duistere synthpop uit de jaren tachtig en negentig. Nitzer Ebb, Front 242, DAF. Meer Depeche Mode dan de kwezelarij van Joy Division en Interpol, zeg maar.
Die drive hoor je vandaag direct in nieuwe songs als ‘Heart Attack’ en ‘Picturesque’, lang uitgesponnen tunes met zweepslag-drums, zwierige synths en stevig overstuurde kicks met de hartslag van de nacht. ‘Strawberry Lemonade’ krijgt zelfs nog een knorrende acid-lijn en het geluid van rinkelend glas mee. Ze spelen welgeteld vijf liedjes van die nieuwe plaat, maar die leggen het natuurlijk stuk voor stuk af tegen de Greatest Hits die Landgraaf inmiddels kan dromen. Editors kent het klappen van de zweep: voor ‘Munich’ gaan alle wijsvingertjes richting Smith- en hij geeft ‘mwoah!’ een kusje terug. ‘An End Has A Start’ vlamt al vroeg in de set, ‘Papillon’ is het slot. Opmerkelijk: wél Seal-cover ‘Killer’ en helaas geen ‘Smokers Outside The Hospital Doors’, terwijl de show van 70 minuten best nog zo’n herkenningspunt kon gebruiken.
HET MOMENT:
‘Come oooooon, Pinkpop!’, beveelt Smith in afsluiter ‘Papillon’. ‘Put your hands up.’ Uw wens is ons bevel: wij veranderen in een oceaan van klappende handen.


Setlist:
1. Strange Intimacy
2. An End Has a Start
3. Heart Attack
4. Bones
5. The Racing Rats
6. Strawberry Lemonade
7. Karma Climb
8. Munich
9. Hallelujah (So Low)
10. Magazine
11. Ocean of Night
12. Picturesque
13. Killer (Adamski cover)
14. Papillon

P!nk (AD):

Alsof de naam van het festival speciaal voor haar is gekozen, zo indrukwekkend was vrijdagavond het optreden van P!nk tijdens Pinkpop. Ze ontroerde, danste, grapte en vloog door de lucht in een vermakelijke en uiterst professionele show waarmee ze het hele veld om haar vinger wond.
Het loopt tegen twaalven in Landgraaf wanneer P!nk So What inzet, de hit die je bijna was vergeten in het geweld dat ze al bijna twee uur over Megaland heeft uitgestort. Alle ogen op het uitgestrekte terrein kijken dezelfde kant op, waar een 43-jarige Amerikaanse ster aan kabels over het publiek zwiert. Het is de uitsmijter, afgerond met flink wat vuurwerk, van een weergaloze show.
Visueel spektakel
P!nk toont zich deze avond in Zuid-Limburg de perfecte headliner voor een festival, waar nu eenmaal allerlei verschillende muziekliefhebbers rondlopen. De Amerikaanse levert in Landgraaf voor elk wat wils. Visueel spektakel, dat bovenal, maar ook variatie in haar muzikale aanbod. Gevoelige ballads waarin ze haar publiek ontroert, maar ook rocksongs als bijvoorbeeld Heartbreaker, die een andere doelgroep bedienen. Tussendoor brengt ze uiteraard veel pop- en dansliedjes, die massaal worden meegezongen.
Het is duidelijk waarom het voorste vak voor het podium al ver voor aanvang afgeladen vol is. P!nk (Alecia Moore) geeft een show waarbij je gemakkelijk iets ontgaat. Voortdurende kostuumwissels, acrobatiek, trampolinespringers, vuur- en rookpluimen, semi-erotische dans en video-effecten, het is bijna krankzinnig veel wat de zangeres in een kleine twee uur weet te proppen.
Een dergelijke show gaat snel ten koste van de pure concertbeleving, maar dat weet P!nk te voorkomen. Ze beschikt over charisma, maakt genoeg grapjes tussendoor en smeedt zo een band met haar publiek, dat een flinke hoeveelheid hits over zich krijgt uitgestort. Get the party started, Raise your glass, What about us, Just give me a reason en natuurlijk Cover me in sunshine, het duet met dochter Willow die in Landgraaf blijkt te zijn en even komt meedoen met haar moeder. Ze blikt onwennig de menigte in, maar wordt na een minuutje zingen beloond met een flink applaus.
Wanneer Willow weer vertrokken is, gaat haar moeder door waarmee ze bezig was: Pinkpop platspelen. Met haar hits, maar ook met voldoende materiaal van haar laatste album, dat met titelnummer Trustfall, Never gonna not dance again en Turbulence over genoeg kwaliteit beschikt.
Toonhoogte
En gaat er eens iets mis, dan lost P!nk het zeer professioneel op. Cover me in sunshine bijvoorbeeld legt ze even stil omdat ze niet hoort in welke toonhoogte de gitarist heeft ingezet. Even een grapje, even afstemmen en het is opgelost. Zo eindigt de avond met P!nk, die met een flinke vaart over de hoofden van het publiek heen scheert. Alsof dat nog niet genoeg was verwend. Robbie Williams, ook niet de eerste de beste, is zaterdag de headliner in Landgraaf. De lat ligt hoog.

Ramkot (Rockportaal):

Wat kan er toch in een jaar veel gebeuren. Op de vorige editie van Ramkot mocht de band zich nog bewijzen op Stage 4 en nu zijn ze wederom op het Limburgse festival te bewonderen. Disturbed heeft last-minute verstek moeten laten gaan en de Vlamingen van Ramkot zijn bereid gevonden om dit plekje in te vullen. Terwijl nog een rustig intromuziekje klinkt komen de jonge honden het oplopen en laten vervolgens meteen hun melodieuze klanken horen. We mogen weer met ons hoofd meeknikken en een beetje meedeinen, de klok blijft op rock staan. Een groot gedeelte staat wel te balen en hoe ironisch is dan de tekst van het nummer Exactly What You Wanted, zij hadden graag op die plek Disturbed zien staan. Daarentegen speelt Ramkot een erg fijne set, waarbij we ook de invloeden van de stonerrock kunnen waarnemen. Die stroming zullen we vanavond nog terug horen komen. Ramkot is vandaag op dreef en laat nauwelijks pauzes vallen tussen de nummers, men haalt het maximale uit de speeltijd en geeft dan ook alles. Of dat nu om een harde schreeuw gaat, een luide riff of een klap op het drumstel, het gaat Ramkot goed af vandaag. De invalbeurt is dan ook geslaagd.
Setlist:
1. One More
2. Exactly What You Wanted
3. Broken Thighs
4. Valium
5. Tied Up
6. Dancing in a Dream
7. Am I Alright Now
8. Heart Shaped Minds
9. King of the Harmless
10. Go See
11. Fever
12. Red
13. Don’t Drop Down

Hollywood Vampires (OOR):

Is hij er? Hij was toch ziek of zo? Of gevallen? Er gonst in dit weekend maar één naam over de campings en langs de podia: Johnny Depp. Wellicht de grootste mondiale ster die ooit voet zette op de bekendste draf- en renbaan van Nederland. Ironisch genoeg dankt dit icoon zijn bekendheid niet aan zijn kunnen als muzikant – en dat zorgt ervoor dat iedereen tegen voedertijd richting hoofdpodium trekt om te zien of hij er staat als gitarist van Hollywood Vampires. Kan die man dan écht alles?
Vergeet men dan echt dat Hollywood Vampires nog wel meer iconen in de gelederen telt? Zo vliegt de baron van de shockrock Alice Cooper voorop in de roedel bloedzuigers. De inmiddels 75-jarige Cooper renteniert in goed gezelschap met Aerosmith-oprichter en stergitarist Joe Perry aan zijn zijde.
Het drietal baarde in 2015 een supergroep om overleden rocksterren te eren door hun muziek te spelen. Vernoemd naar een obscure drinkersclub in de jaren zeventig, werd het gezelschap aangevuld met bandleden uit de huidige orkesten van de oprichters. Zo delen zij vandaag de bühne met toetsenist Buck Johnson van Aerosmith, drummer Glen Sobel uit de Alice Cooper Band/Mötley Crüe én bassist Chris Wyse van The Cult.
Depp is juist degene die aanvankelijk een beetje de luwte op het podium opzoekt. Alsof hij ineens een bijrol speelt. Moet de overstap van een voor hem onzichtbaar miljoenenpubliek naar duizenden concertgangers voor de neus nog even op hem inwerken? Gelukkig belet zijn onlangs opgelopen kwetsuur het hem niet om na een paar onwennige minuten zijn moment te pakken, tijdens een eerbetoon aan David Bowie. Hij zingt zijn versie van Heroes met verve, in tegenstelling tot eerder gemompel in de microfoon tijdens As Bad As I Am. En die backing gitaar klinkt ook niet onverdienstelijk. Dé verrassing van de dag is binnen. Perry kauwt nonchalant kauwgom, Cooper zwaait de scepter en de rest van de band volgt.
En hoewel piraterij in de ogen van Captain Depp a.k.a. Jack Sparrow misschien geen misdrijf meer is, kunnen we niet anders dan Hollywood Vampires bestempelen als een coverband met sterbezetting. Maar is daar wel sprake van als je zélf aan de wieg stond van hits als Schools Out of Walk This Way? Als veertig procent van je setlist uit eigen nummers bestaat? Discutabel. Opener I Want My Now bewijst namelijk dat niet alleen Johnny weer op eigen benen kan staan. Een vettig rockanthem dat niet had misstaan op een nieuw album van Twisted Sister. Dat geldt ook voor Raise The Dead. Of People Who Died, dat doet verlangen naar een nieuw Turbonegro-album. Allemaal eigen nummers.
Dat Hollywood Vampires vandaag misschien niet iedereen in de nek heeft kunnen bijten is een feit. Het is toch een beetje de nagel aan de doodskist van de muziekpurist – en juist een lokroep voor het gepeupel. Of ze het grote publiek zouden bereiken als de roedel uit reguliere stervelingen bestond valt slechts te gissen. En voor sommige bezoekers die zaterdagmiddag wél bekeerd zijn tot rock & roll, kan het nou eenmaal nooit gek genoeg: ‘Die andere gitarist, is dat niet… Adam Sandler?’

Setlist:
1. I Want My Now
2. Raise the Dead
3. Five to One / Break On Through (to the Other Side) (The Doors cover)
4. As Bad as I Am
5. People Who Died (The Jim Carroll Band cover)
6. The Boogieman Surprise
7. “Heroes” (David Bowie cover)
8. Bright Light Fright (Aerosmith cover)
9. The Death and Resurrection Show (Killing Joke cover)
10. Walk This Way (Aerosmith cover)
11. The Train Kept A-Rollin’ (Tiny Bradshaw cover)
12. School’s Out (Alice Cooper cover)

The Black Keys (OOR):

Zo heel af en toe hoor je het nog wel. Dan slaat drummer Patrick Carney net wat rapper dan ie eigenlijk zou moeten. En soms speelt Dan Auerbach weer een moddervette lick op een moment dat je het niet verwacht. Verder kleuren de twee lieden die samen The Black Keys vormen tijdens hun show op Pinkpop toch net wat te veel binnen de lijntjes.
Wat is dat toch met muziekduo’s en -trio’s die plots willen uitbreiden? Die er plots een extra gitarist, toetsenist of bassist bijhalen. Is het niet juist het rauwe, directe geluid van een band die bestaat uit twee of drie personen die zo’n act smoel geeft? De expansieplannen kostten Wolfmother ooit de kop en nu moeten The Black Keys er ook aan geloven.
Want The Black Keys is live niet die heerlijk rammelende bluesrockband die het op plaat de laatste jaren weer wél is. Want de afslag richting stadionrock, die de band nam na het succesalbum El Camino (2011), bleek uiteindelijk een doodlopende weg. Gelukkig vond de groep uit Akron, Ohio de weg weer terug naar huis; de studio. En, in meer spirituele zin, kwamen The Black Keys thuis door terug te gaan naar de wortels van hun muziekgenre, met de geweldige bluescoverplaat Delta Kream (2021) en het sterke Dropout Boogie (2022) tot gevolg.
Op deze Pinkpop-zaterdag staat echter The Black Keys als stadion-act op de bühne. Een slicke rockband met sterk songmateriaal dat de handjes op elkaar krijgt (Gold On The Ceiling, Tighten Up, Little Black Submarines, Lonely Boy). Maar de schurende, rammelende en vaak bijna ontsporende bluesrock die The Black Keys ooit zo’n spannende band maakte; die horen we vandaag niet.
De rijkere aankleding van de songs zorgt ervoor dat de dynamiek uit de liedjes is verdwenen. Bovendien is ook het raspje in Auerbachs stem aan het vervagen. Niet dat de sleet op deze band zit, maar ze nemen domweg geen risico’s meer. Alleen Carney probeert de boel nog wel eens uit het gareel te laten lopen, maar dan is Auerbach er als de kippen bij om de gemoederen al bij voorbaat te temperen.
Maakt dat deze show tot een slecht optreden? Integendeel. Met het zonnetje erbij en een biertje in de hand, zijn The Black Keys nog steeds een niet te versmaden band. Maar de scherpe randjes zijn er wel vanaf.
Setlist:
1. I Got Mine
2. Your Touch
3. Gold on the Ceiling
4. Have Love, Will Travel (Richard Berry cover)
5. Everlasting Light
6. Next Girl
7. Fever
8. Heavy Soul
9. Lo/Hi
10. Howlin’ for You
11. Tighten Up
12. Wild Child
13. Little Black Submarines
14. Lonely Boy

Queens of the Stone Age (OOR):

Take a little time to smile… Nee, die opkomstmuziek van Queens Of The Stone Age is niet toevallig gekozen. En frontman Josh Homme neemt het advies van Peggy Lee, die het in 1956 zong, ook meteen ter harte. Met een zacht­aardige glimlach tuurt hij over het volgelopen Pinkpopveld. Niet eens met een opgetrokken macho-wenkbrauw, maar met een blik waar dankbaarheid vanuit lijkt te gaan. Daar zijn we weer. Of: we zijn er nog.
Vijf jaar lag Queens Of The Stone Age nagenoeg op zijn gat. ‘Five long years’, zal Homme later benadrukken. Jaren waarin hij zijn huwelijk zag stranden, vocht om de voogdij over zijn kinderen (en won), afscheid moest nemen van vele, vele vrienden en zelf geestelijk in de knoop raakte. En dan werd er ook nog kanker gevonden in dat bonkige lijf van hem. Five long years indeed. Je ziet het een beetje aan zijn ingevallen kop. En aan die zachtaardige blik dus, die zijn gezicht niet verlaat terwijl hij zijn gitaar oppakt en om zich heen kijkt. Zijn we er klaar voor? Troy, Jon, Dean, Michael?
Bam! Set-opener No One Knows schopt meteen alles overhoop op Megaland. Een show openen met je grootste hit: we zagen het Homme eerder doen als begeleider van Iggy Pop, toen Lust For Life de AFAS Live in puin legde, maar deze hadden we niet verwacht. Meteen geduw en getrek tot ver buiten het eerste vak. Bier in je nek. Schoen tegen je scheen. Moshpitten alsof The Script (voor) en Robbie Williams (na) niet bestaan. We staan amper nog overeind als de band doorpakt met Feel Good Hit Of The Summer. Nicotine. Valium. Ecstasy. Alcohol. Slechts vijf minuten gespeeld en nu al 2-0 voor. En godallemachtig, wat klinkt de band strak en onverbiddelijk.
Dat is lekker natuurlijk, zo’n vroege voorsprong, maar hou de rest van de wedstrijd maar eens spannend. De nieuwe track Carnavoyeur slaat dood op het veld, The Way You Used To Do (de enige track van Villians) pakt de aandacht voorzichtig terug. ‘Pinkpop how the hell are you?’ wil Homme weten, terwijl hij zijn bravoure langzaam – maar nooit helemaal – terugvindt. Veel meer komt er niet uit. ‘Dankjewel’ en ‘Are you having a good time?’ Maar al het andere spreekt volop. Vooral wanneer hij een stap terugzet van de microfoon en de tijd neemt om te soleren. Fel, schel en levenslustig.
En ja, ook de songkeuze spreekt. Eerst die oude Peggy Lee-hit (‘Smiles were meant to give away / Give a hundred every day’), dan ook het eigen werk. ‘When there’s nothing I can do / I smile’, zingt Homme. Een rode draad van vallen en opstaan loopt door de setlist. Stoppen en weer opstarten, zoals ook de muziek vaak hortend en stortend vooruitkomt bij Queens Of The Stone Age. Een van zijn grootste hits mag dan wel Go With The Flow heten (‘Do you believe it in your head?), niemand hoeft Josh Homme te vertellen dat het leven vaker kronkelt dan golft – nu zeker niet meer.
En soms houdt het leven ook gewoon op. Bijvoorbeeld voor de man die hier in 2003 nog met Queens Of The Stone Age op de planken stond. ‘This song goes out to the late great Mark Lanegan’, roept Homme. De reactie is lauw, maar de wél ingevoerde QOTSA-volgers in het veld veren op als God Is In The Radio wordt ingezet, een van de meest psychedelische songs in het oeuvre. Zelden op de setlist! Troy Van Leeuwen freakt op slide-gitaar, Jon Theodore mept als in zijn Mars Volta-dagen. Alstublieft, tien minuten lang de meest spannende muziek die je hier op Pinkpop zult vinden.
‘Are you having a good time?’, klinkt het nog eens. Ja Josh, jij ook? Er is duidelijk iets veranderd onder die rode lokken. Een geestelijke verlichting. Met het besef dat er maar één manier is om door te gaan: blijven lachen, blijven rocken. Dé overlevingsstrategie voor gepijnigde rocksterren, zie ook Dave Grohl, die momenteel zijn eigen sores van zich af rockt met de Foo Fighters. ‘Take a little time to smile, make a little thing worthwhile.’ Onder begeleiding van die woorden is Josh Homme aan zijn negende leven begonnen. Pinkpop is er getuige van en lacht met hem mee.
Setlist:
1. No One Knows
2. Feel Good Hit of the Summer
3. Smooth Sailing
4. My God Is the Sun
5. Carnavoyeur
6. The Way You Used to Do
7. If I Had a Tail
8. Emotion Sickness
9. Little Sister
10. Make It Wit Chu (With a snippet of The Rolling Stones’ “Miss You” during the solo)
11. God Is in the Radio
12. Go With the Flow
13. A Song for the Dead

Robbie Williams (AD):

Geplaagd door energiegebrek blijkt Robbie Williams zaterdagavond op Pinkpop niet goed genoeg om een volwaardig concert af te leveren. Met hulp van zijn band en zijn fans worstelt de Britse zanger zich in Landgraaf naar het einde.
Al na drie liedjes steunt Robbie Williams zaterdagavond met beide handen op zijn knieën. De band heeft net het vierde nummer ingezet, maar de baas maant zijn collega’s tot stoppen. ,,I’m fucked”, zegt hij buiten adem. Met een kwajongensblik naar het publiek: ,,Het is long covid. Niet mijn leeftijd, rotzakken!”
In Limburg brengt Williams in grote lijnen dezelfde show als eerder dit jaar in de Ziggo Dome. Wat opvalt: hij kan geen twee liedjes achter elkaar zingen en eigenlijk zingt hij bijna geen enkel lied in zijn geheel. Williams laat vooral de refreinen over aan zijn achtergrondzangeressen of het publiek en ook de coupletten vermijdt hij zo veel mogelijk in hun geheel te zingen.
Overmacht
Of het daadwerkelijk long covid is of niet: Williams komt oud en futloos over. Wat Pinkpop zaterdag krijgt, is een tussenweg. Williams, op en top entertainer, die heel handig door zijn show van nog geen twee uur manoeuvreert. Allerlei intermezzo’s, vooral lange praatjes, vormen voor hem broodnodige pauzes tussen de liedjes.
De show must go on – en dat doet hij ook – maar wie goed kijkt, ziet Williams lijden. Zitten, liggen, wandelen in plaats van rennen, zo weinig mogelijk dansen; het zijn allemaal methodes om zichzelf te sparen. Maar eigenlijk kan dat niet als je een headliner bent op Pinkpop en een volle weide voor jou gekomen is.
Is het dan een waardeloze avond? Nee, dat niet. Daarvoor bezit Williams veel te veel charisma, routine en vakmanschap, want hij weet echt een publiek wel te bespelen. Ook zaterdag doet hij dat met verve in onderonsjes met Koen van 24 (‘Wie heeft jou over mij verteld, je oma?’) en Eve (‘wat heb jij een mooi gebit, heb je dat in Turkije laten doen?’), voor wie hij She’s the one zingt. Als het gaat om grapjes en korte gesprekjes met zijn fans, is Williams haast onovertroffen.
Monoloog over depressieve gedachten
Natuurlijk eindigt de avond in Landgraaf met een weide vol lampjes en Angels, dat Williams opnieuw voornamelijk overlaat aan het publiek. Nu mag het wel even. Vlak voordat hij het slotnummer inzet, toont hij zich broos in een monoloog over depressieve gedachten, die hij meer dan twintig jaar had. ,,Meerdere keren wilde ik niet langer op deze planeet zijn, hoorde ik stemmetjes in mijn hoofd dat ik waardeloos was of niet kon zingen. Maar dankzij mijn vrouw en dankzij jullie ben ik er doorheen gekomen.”
Met die gemeende woorden neemt Williams ongetwijfeld veel aanwezigen voor zich in. De gunfactor heeft hij deze avond sowieso wel. De energie alleen niet.

Setlist:
1. Hey Wow Yeah Yeah
2. Let Me Entertain You
3. Land of 1000 Dances (Chris Kenner cover)
4. Monsoon
5. Strong
6. Come Undone
7. Do What U Like (Take That song)
8. Could It Be Magic (Barry Manilow cover)
9. Don’t Look Back in Anger (Oasis cover)
10. The Flood (Take That song)
11. Love My Life
12. Candy
13. Feel
14. Kids
15. Rock DJ
Encore:
16. No Regrets
17. She’s the One (World Party cover)
18. Angels

Red Hot Chili Peppers (OOR):

Zelfs op een festival dat drie dagen lang muzikaal nadrukkelijk pop kleurt (P!nk, Robbie Williams, zelfs Rene Froger staat op de planken) is het zondagavond tóch weer aan veteranen uit de rock om de boel in Landgraaf tot een goed einde te brengen. Koud kunstje voor de Red Hot Chili Peppers – en dat is ze aan te zien.
Vraag vooraf: wanneer is een optreden van de Red Hot Chili Peppers tegenwoordig eigenlijk geslaagd? Als ze alleen maar oude hits spelen? Als ze juist ook kiezen voor nieuw werk? Of als er iets geks gebeurt, waardoor je zo’n optreden herinnert? De vorige keer van de Chili Peppers in Landgraaf kreeg een fotograaf de bas van Flea in gezicht. Niet fijn, hij bood er zijn excuses meteen voor aan. Z’n oprechte bezorgdheid was lief. Dat rondje lopen langs het publiek was misschien niet het beste idee.
Nee, dit keer gebeurt er zoiets niet. Vanavond is het voor Anthony Kiedis, Chad Smith, Flea en de teruggekeerde John Frusciante (wat is ‘ie weer goed!) business as usual, misschien zelfs wel net iets teveel naar de smaak van de Pinkpopganger anno 2023. Want wat waren er veel participatiemomentjes, dit weekend. In zo’n beetje iedere show stortte de frontman of -vrouw het hart wel uit. Shows van deze grootte lijken in hoog tempo te veramerikaniseren: blijkbaar moet er iedere keer gebiecht worden. Met als toppunt de biecht van Robbie Williams, die tijdens zijn show er gewoon voor op een kruk ging zitten. Gekkenwerk. Spelen!
Anthony Kiedis, een zestiger met het eeuwige leven, doet aan die ontwikkeling niet mee. Er staan tienduizenden mensen voor z’n neus, mijn hemel wat is het druk, maar z’n grappen richten zich vooral tot zijn bandleden. Een headliner die aan onderonsjes doet, ze bestaan nauwelijks, maar dit is er een. Het is ook dit keer weer alsof ze in een oefenruimte op Malibu staan. Geinend. Dollend. Het is hun charme en hun valkuil, want hallo: hier staan wij, meerdere generaties, op het asfalt en het gras, snakkend naar een mooi moment.
Een regenboog, zoals bij de Foo Fighters ooit. Een afdaling naar de eerste rijen. Een gastoptreden. Het zit er niet in. Dit is waar we het mee moeten doen. Zestien nummers, strak gespeeld en opvallend goed gezongen. Want Kiedis is in vorm. Hij werd de afgelopen jaren geplaagd door fysieke malheur, maar is het gedoe te boven. Hij oogt fit, alsof hij zo uit de Californische zomer is gestapt. Dat klopt ook: een Amerikaanse tournee zit er net op. Pinkpop is show nummer één in een reeks Europese zomershows. De sleur zit er dus nog niet in, en dat is hem aan te zien. Hij heeft de vorm te pakken. Suck My Kiss en Right On Time: probeer zulke stevige nummers maar eens te zingen als je zestig bent. Kiedis kan het. In een visgraatshirt.
Zijn maatje Flea heeft dat ook. Na pakweg dertig shows op rij wil hij weleens vermoeid en ongeïnspireerd raken, bekende hij laatst in zijn eigen podcast. Maar daar is nu geen sprake van. Flea dendert van links naar rechts. Je kunt gerust anderhalf uur alleen naar Flea en z’n grappen en grollen kijken. Het is leuk zat. Hij is in alles een komiek. En Frusciante? Eindelijk weer terug op Pinkpop? Kijk de opening maar eens terug, die zoals altijd langzaam uitmondt in de monumentale rockhit Can’t Stop. Er zijn maar weinig betere gitaristen dan hij. Het is een genot om hem te horen. En om hem te zien, in zijn shirt met een figuur die wel heel veel aan de VPRO-tekenfilmheld Purno de Purno doet denken.
Over de setlist valt bepaald niet te klagen. Van de nieuwe nummers is vooral Eddie geweldig. Er zit een basloop in die ode aan Eddie van Halen die in je hoofd blijft zoemen, lang nadat het nummer is gespeeld. Dat het allemaal niet leidt tot kolkende voorvakken, valt op. We spotten ze volop, de fans, in shirts, met Peppers-tattoos, nauwelijks reagerend op wel degelijk strak gespeelde klassiekers.
Zelfs Under The Bridge komt voorbij, een nummer waar de band tegenwoordig een haat-liefde verhouding mee heeft. Soms wordt ie zelfs last minute van de setlist gesmeten, maar Pinkpop wordt er op getrakteerd. Je kunt geen groter cadeau geven: onder de talloze roze hoedjes spotten we stralende gezichten. Al kan dat ook komen doordat de wind weer is gaan liggen. Even, heel even, lijkt het te gaan regenen en onweren. Regenen doet het, onweer blijft uit. Uiteindelijk stopt het ook met regenen. Hier kroop Pinkpop na drie snikhete dagen zondagavond echt door het oog van de naald.
Terug naar de centrale vraag. Wanneer is zo’n headlineshow geslaagd? Naast me gaat een kind op de schouders. Oordoppen in, grote ogen als het podium opeens vol op in beeld komt. Soul to Squeeze klinkt, een oudje. Pa wiegt, het kind wiegt automatisch mee. Ze kijken elkaar aan: hier is duidelijk een fan geboren. Op kleine schaal is zo’n optreden dan al geslaagd. Er worden zieltjes gewonnen voor de rock & roll. En iedere jonge bezoeker die snapt dat een concert ook geweldig kan zijn zonder stunts is er één.
Maar op grote schaal? Dat is een ander verhaal. Vermoedelijk zal Pinkpop steeds meer neigen naar bands die wel willen stunten. Die aan touwen over het publiek vliegen. Die covers spelen van Beyoncé, omdat ze aan de tekst hebben meegeschreven (One Republic). Die een gabberdans doen met René Froger en een polonaise in het publiek (Donnie).
We houden van jullie, zegt Kiedis tot slot, vergeet het niet, we komen terug, zijn jullie er dan ook? We hopen het van harte. Al zal het niet verbazen als Pinkpop in de komende jaren meer en meer voor de Beyoncés, de Justin Biebers en de Pinks gaat kiezen. Acts die geen betere concerten, maar wel meer spektakel brengen. Het heeft er alle schijn van dat dat is wat dit publiek wil.
Setlist:
1. Can’t Stop
2. Scar Tissue
3. Dani California
4. Aquatic Mouth Dance
5. Suck My Kiss
6. Eddie
7. Soul to Squeeze
8. Right on Time (with “London Calling” by The Clash intro)
9. Danny’s Song (Loggins & Messina cover) (John solo)
10. Reach Out
11. Californication (extended intro jam by John and Flea)
12. Carry Me Home
13. Black Summer
14. By the Way
Encore:
15. Under the Bridge
16. Give It Away