We hebben lang moeten wachten om deze iconen uit de jaren tachtig een keer aan het werk te kunnen zien. Na een aantal verplaatsingen wegens Corona kon het concert dan toch eindelijk doorgaan. Persoonlijk was ik wel benieuwd hoe zij hun muziek ten gehore gingen brengen. Het werd een avondje met dubbele gevoelens.

Hoewel er een karrevracht aan hits voorbij kwam, zaten er toch ook behoorlijk wat voor mij onbekende stukken tussen, die de vaart af en toe uit het concert haalden. Verder kreeg ik regelmatig het idee dat een tape werd afgedraaid in plaats dat er een live band stond te spelen. Dat kwam vooral omdat diverse nummers waren voorzien van een dikke dance beat. Ook de keuze om de hele band niet of nauwelijks in beeld te brengen, maar achter een scherm te laten spelen, pakte wat mij betreft niet goed uit. Grote delen van het concert waren alleen de beide hoofdrolspelers op het podium zichtbaar. Daarbij bewogen zij nauwelijks en was er weinig tot geen interactie met het publiek. Dan moeten inderdaad de visuals al het werk doen; die waren overigens wel dik in orde.

Soundz schreef het volgende verslag over de avond:

Pet Shop Boys: Een nostalgisch meezingfeest zonder diepere laag | Concertverslag

Twee jaar na de geplande datum stond Pet Shop Boys eindelijk op het podium van AFAS Live. De reden is algemeen bekend. Met hun Dreamworld Tour vieren de rebelse elektropop-iconen Neil Tennant en Chris Lowe alsnog hun ruim vijfendertigjarig bestaan, dat rijkelijk is gevuld met wereldhits. Een feest voor oor én oog in de Amsterdamse popzaal, maar wel zonder die ooit zo befaamde kritische noot.

Feest der herkenning
Na een heerlijke aftrap met ‘Suburbia‘ en ‘Opportunities (Let’s Make Lots of Money)’ leunt zanger Tennant tegen een typisch Britse lantarenpaal en vertelt in rijm wat de fans van de zestigers deze avond mogen verwachten. Hij omschrijft een wereld waar “West End girls are domino dancing and the streets have no name”, om vervolgens de U2-cover in te zetten, die de band mixt met Frankie Valli’s ‘Can’t Take My Eyes Off You‘. De sfeer van deze avond is gezet en het publiek – vooral van middelbare leeftijd – dompelt zich meteen in het geserveerde feest der herkenning.

Het gaat van ‘Rent‘ naar ‘Left To My Own Devices’ en via ‘Domino Dancing’ naar ‘You Were Aways On My Mind‘. De show flowt lekker op en neer, ook al is Tennant – Lowe zegt al nooit een woord tijdens optredens – niet heel erg spraakzaam. Af en toe vertelt hij een kleine anekdote uit de oude doos, maar je zou verwachten dat de voorheen zo dwarse pop-activist wel iets meer te zeggen zou hebben over de situatie in de wereld en of er paralellen zijn met de ook zo grimmige jaren 80. Gelukkig vliegen er qua sound en visuals wel de vonken eraf. Want waar de twee Pet Shop Boys nog samen voor een LED wall begonnen, ontpopt er vanachter datzelfde scherm na ongeveer een half uur een liveband met dubbele percussie, want een enorm dikke vibe geeft aan het toch al indrukwekkende geluid.

Vervuld en nostalgisch gevoel
In bijna twee uur tijd pompt het duo uit Blackpool al hun muzikale hoogtepunten de zaal in met als ultiem kippenvelmoment de langdurige, bombastische aanloop naar ‘it’s a Sin’, dat een fijn blok met ‘What Have I Done To Deserve This’ en ‘Go West‘ completeert. Nadat ‘West End Girls’ en ‘Being Boring‘ als toegift de avond afsluiten, zullen de meeste fans van de Britten met een vervuld en nostalgisch gevoel huiswaarts keren. Toegegeven: sommige nummers spetterden minder dan in hun hoogtijdagen en maatschappijkritisch zijn de heren alleen nog buiten het podium – zo kondigden ze deze week bijvoorbeeld aan niet in Rusland op te treden. Maar is dat een bezwaar? Tennant en Lowe weten waar hun publiek voor komt: een meezingfeestje. En dat hebben ze op formidabele manier opgevoerd.

De website A Pop Life had ook een duidelijke mening over het concert:

Een concert met twee gezichten: de helft was goed tot erg goed, maar te regelmatig werd dat afgewisseld met middelmatigheid. Werd het concert halverwege met Domino Dancing en Monkey Business eindelijk echt op stoom gebracht, kakte het snel daarna weer in met slappe uitvoeringen van You Only Tell Me You Love Me When You’re Drunk en Jealousy.

Het werd echt leuk op de momenten dat Pet Shop Boys zich hielden aan het format waar ze vanaf het midden van de jaren (19)80 patent op hadden. Dat geluid past het beste bij de groep en met name bij zanger Neil Tennant. Helaas werden sommige nummers geactualiseerd met een dance beat. Op zich leuk, maar dan wel voor een dance act. Pet Shop Boys is dat niet, dat zich vooral op de kaart heeft gezet met aanstekelijke Britpop in een elektronisch jasje.

Het prijsnummer van de groep, West End Girls, werd helaas niet het hoogtepunt waar ik op hoopte, vanwege de ook hier doorgevoerde modernisering, die niet geslaagd uitpakte.

Op Twitter zag ik reacties van fans, waarvan velen stelden dat dit het beste concert van Pet Shop Boys op Nederlandse bodem ooit was. Ik kan dat maar moeilijk geloven, maar ik was er eerder niet bij, dus beoordelen kan ik dat niet. Als het waar is, moeten eerdere concerten ronduit beroerd zijn geweest. Maar, toch weer een act van de bucketlist afgehaald.

Setlist:

Suburbia / Can You Forgive Her? / Opportunities (Let’s Make Lots of Money) / Where The Streets Have No Name (Can’t Take My Eyes Off Of You) / Rent / I Don’t Know What You Want But I Can’t Give It Any More / So Hard / Left To My Own Devices / Single-Bilingual – Se A vida É (That’s The Way Life Is) / Domino Dancing / Monkey Business / New York City Boy / You Only Tell Me You Love Me When You’re Drunk / Jealousy / Love Comes Quickly / Losing My Mind / You Were Always on My Mind / Dreamland / Heart / It’s Alright / Vocal / What Have I Done to Deserve This? / Go West / It’s a Sin

Encore:
West End Girls / Being Boring